Willem Beijerinck Biologisch Station

Dispers

DISPERS kan worden ingezet om de overlevingskansen van organismen in een gebied te testen. Dit kan als het gebied onveranderd blijft, maar met name daar waar natuuringrepen worden overwogen kan men van te voren de effecten hiervan op termijn testen. 
Voorbeelden: het effect van vergroting of verkleining van een natuurterrein of het effect van het maken van verbindingszones en het wegnemen of aanpassen van barrières.  

1     2

Voorbeeld: zie de de figuren hierboven.

De kansen dat Poecilus lepidus, een middelgrote groen / koperkleurige loopkever van droge schrale terreinen, van Doktersveen naar Langaarveen (NW-Drenthe) loopt zonder (links) en met een schrale verbindingsbaan van 50m breed. De puntjes geven de eindposities weer van 100 individuen na 1 jaar lopen.

Waarom Dispers
DISPERS werd oorspronkelijk gebruikt om velddata van loopkevers en later ook vlinders in te voeren om voorspellingen te kunnen doen over het gedrag (vooral de dispersie) van de dieren. Nu kan DISPERS gebruikt worden voor alle diersoorten zolang die zich in min of meer willekeurige richtingen verplaatsen en direct op hun omgeving reageren. Het programma is ontwikkeld om de effecten van veranderingen in het landschap door natuurontwikkelingen en/of ingrepen te bestuderen. Door deze effecten van tevoren te bestuderen, kunnen lange en dure verbreidingproeven in het veld worden voorkomen. Het model werkt zoals gezegd met veldgegevens van een organisme waarmee gesimuleerd wordt in plattegronden van een landschap.

Hoe werkt Dispers?
In DISPERS wordt een aantal individuen van een soort losgelaten in een gebied. In dit gebied gaan de individuen zich verbreiden volgens opgegeven definities. Hierbij kunnen ze tegen geschikt en ongeschikt leefgebied, barrières etc. aanlopen. In bepaalde gebieden kunnen ze zich voortplanten, in andere gebieden weer uitsterven. En dit voor een groot aantal generaties. Na verloop van tijd wordt het duidelijk waar ze terecht zijn gekomen, waar ze zich hebben kunnen handhaven en waar ze zijn uitgestorven. Herkomst van de individuen is inmiddels ook na te gaan (connectiviteit). DISPERS is oorspronkelijk ontwikkeld voor min of meer random verbreidende organismen zoals loopkevers, waarvoor gegevens uit het veld beschikbaar zijn. Inmiddels is het model zo aangepast dat er ook simulaties met niet random verbreidende soorten, zoals sommige vlinders, vogels, zoogdieren, kunnen worden uitgevoerd. Voorwaarde is dat dan de juiste gegevens voor die soorten worden ingevoerd.